Liesbreukbehandeling kan bij Bravis in één dag
Een liesbreukoperatie is een van de meest voorkomende operaties in Nederland. In het Bravis ziekenhuis worden gemiddeld vijftien liesbreukoperaties per week (bijna 800 per jaar) uitgevoerd. Voordat iemand deze operatie kan ondergaan is er een goede voorbereiding nodig. Daarom moet de patiënt nu meerdere keren naar het ziekenhuis komen. Daar komt in het Bravis ziekenhuis verandering in. Vanaf 1 februari is het mogelijk om in één dag onderzoek, diagnose, opname en operatie te laten plaatsvinden. Het Single visit traject scheelt de patiënt veel tijd en ongemak.
Een liesbreuk is doorgaans eenvoudig te ontdekken. “De huisarts heeft vaak de diagnose al gesteld en de patiënt komt vervolgens bij ons om de operatie te bespreken. Dat bracht ons ook op het idee voor het ‘Single visit traject’”, aldus chirurg Hes Brokx. “Tot nu toe komt de patiënt met klachten bij de huisarts. Die verwijst hem door naar de chirurg. Vervolgens moet een afspraak gemaakt worden bij de anesthesist. Weer op een andere dag vindt dan de operatie plaats. Dat betekent dat je drie tot vier keer naar het ziekenhuis moet. Dat brengen we nu terug naar één dag.”
Hoe werkt het Single visit traject?
Als de verwijzing van de huisarts op de afdeling Chirurgie binnenkomt, wordt de patiënt binnen twee dagen gebeld om de operatiedag in te plannen. Dat is (buiten coronatijd) binnen twee weken mogelijk. De patiënt wordt op de afgesproken dag gezien door de chirurg en de anesthesioloog. Aansluitend vindt de operatie plaats. “Het hele ziekenhuisproces kost de patiënt dus maar één dag,” meldt chirurg Hes Brokx. “Op deze manier proberen we het voor de patiënt het prettigst en minst belastend te regelen.”
Wie komt in aanmerking?
Helaas komt niet elke patiënt in aanmerking voor dit traject. “Naast de liesbreuk moet de patiënt relatief gezond zijn. De beoordeling daarvan begint bij de huisarts. Die krijgt van ons een lijst waaraan de patiënt moet voldoen. Ook bij het maken van de afspraak nemen we nog een keer deze vragenlijst door. Hiermee willen we teleurstellingen voorkomen”, zegt Brokx. “Als het aanslaat, dan kijken we of het ook bij andere aandoeningen toepasbaar is.”